Genesis 19:30

SVEn Lot toog op uit Zoar, en woonde op den berg, en zijn twee dochters met hem; want hij vreesde binnen Zoar te wonen. En hij woonde in een spelonk, hij en zijn twee dochters.
WLCוַיַּעַל֩ לֹ֨וט מִצֹּ֜ועַר וַיֵּ֣שֶׁב בָּהָ֗ר וּשְׁתֵּ֤י בְנֹתָיו֙ עִמֹּ֔ו כִּ֥י יָרֵ֖א לָשֶׁ֣בֶת בְּצֹ֑ועַר וַיֵּ֙שֶׁב֙ בַּמְּעָרָ֔ה ה֖וּא וּשְׁתֵּ֥י בְנֹתָֽיו׃
Trans.wayya‘al lwōṭ miṣṣwō‘ar wayyēšeḇ bâār ûšətê ḇənōṯāyw ‘immwō kî yārē’ lāšeḇeṯ bəṣwō‘ar wayyēšeḇ bammə‘ārâ hû’ ûšətê ḇənōṯāyw:

Algemeen

Zie ook: Grot, Spelonk, Lot (persoon), Zoar, Bela

Aantekeningen

En Lot toog op uit Zoar, en woonde op den berg, en zijn twee dochters met hem; want hij vreesde binnen Zoar te wonen. En hij woonde in een spelonk, hij en zijn twee dochters.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּעַל֩

toog op

ל֨וֹט

En Lot

מִ

-

צּ֜וֹעַר

uit Zoar

וַ

-

יֵּ֣שֶׁב

en woonde

בָּ

-

הָ֗ר

op den berg

וּ

-

שְׁתֵּ֤י

en zijn twee

בְנֹתָיו֙

dochters

עִמּ֔וֹ

met

כִּ֥י

hem; want

יָרֵ֖א

hij vreesde

לָ

-

שֶׁ֣בֶת

te wonen

בְּ

-

צ֑וֹעַר

binnen Zoar

וַ

-

יֵּ֙שֶׁב֙

En hij woonde

בַּ

-

מְּעָרָ֔ה

in een spelonk

ה֖וּא

hij

וּ

-

שְׁתֵּ֥י

en zijn twee

בְנֹתָֽיו

dochters


En Lot toog op uit Zoar, en woonde op den berg, en zijn twee dochters met hem; want hij vreesde binnen Zoar te wonen. En hij woonde in een spelonk, hij en zijn twee dochters.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!